Anders kijken,

Anders doen

 

 

 

 

 

 

 

Hoe een kind een sociale situatie of gebeuren ervaart, zal ik sterke mate zijn reactie bepalen. Deze reactie kan een gunstig uitgangspunt vormen voor kinderen waarmee het omgaat. Deze reactie kan ook een ongunstig uitgangspunt vormen voor de reactie van de overige kinderen. De reactie van het eerste kind wordt bepaald door de manier waarop het de situatie of het gebeuren waarneemt, hoe het deze ervaart en interpreteert. Het kind kan weinig veranderen aan de situatie of het gebeuren. Het kind kan ook weinig veranderen aan hoe de kinderen op zijn reactie zullen reageren. Het kan wel trachten zijn ongunstige perceptie te wijzigen in een meer gunstige. Op die manier kan het anders reageren, zodat het de overige kinderen kans geeft hier meer gunstig en anders op te reageren.

 

Samengevat :

Hoe een kind kijkt, bepaalt niet enkel zijn reactie, maar grotendeels ook de reactie van de overige kinderen.

Willen we de reactie van de overige kinderen beïnvloeden, dan zullen we de manier van kijken van het kind moeten weten veranderen.

 

Hieronder staan drie situaties, zoek zelf hoe het kind door een meer gunstig ervaren zijn reactie maar ook die van het andere kind kan keren. Om niet vast te komen zitten in de 'ongunstige situatie' en de ongunstige reactie van het andere kind, kan het trachten zijn perceptie zo te wijzigen dat het zelf anders kan reageren. Daardoor kan het kind het gevoel ontwikkelen zelf vat te hebben op een moeilijke situatie en niet afhankelijk te zijn, of het gebeuren hulpeloos te moeten ondergaan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                                                                       rood is ongunstige perceptie, groen is gunstige perceptie

 

Kinderen met minder gunstige reacties hebben gemakkelijk de neiging te blijven steken bij een eerste emotioneel gekleurde ongunstige perceptie van een situatie. Vanuit eerdere minder prettige ervaringen in gelijksoortige situaties en een hierdoor mogelijk minder gunstig zelfbeeld en gering eigenwaardegevoel, wordt bij een nieuwe confrontatie snel spanningen opgeroepen die het ervaren vertekenen. Op basis van dit gespannen vertekend ervaren wordt dan gemakkelijk reflexmatig gereageerd tegen de ander of tegen zichzelf. Dit houdt meteen een ongunstig uitgangspunt in voor de reactie van andere kinderen, die zich mogelijk op een of andere manier miskend voelen of die ervaren tegenover iemand te staan die model staat voor zelfmiskenning.

 

Kinderen met zulke minder gunstige percepties kunnen geholpen worden door hen voor te stellen naast dit eerste spontane ongunstig ervaren een tweede ervaren te zoeken dat meer gunstig is. Niet vanuit een pijnlijk verleden maar vanuit een hoopvolle zichzelf kansen biedende toekomst. Hoogte te nemen van een minder gespannen feitelijke realiteit die meer genuanceerd is. Op basis van dit dichter bij de werkelijkheid staand beeld, kan dan gekozen worden voor een reactie tegenover de ander. Dit houdt meteen een meer gunstige uitgangspunt in voor de reactie van de ander, die zich aangesproken voelt en iemand ervaart te ontmoeten die open staat en aanspreekbaar is.

 

Aangezien de eerste emotionele reflex veelal een automatisme geworden is, zal het kind telkenmale opnieuw voorbij dit automatisme moeten zien te komen om tot een tweede meer realistisch ervaren, dichter bij de ander en zichzelf, te kunnen komen. Een moeilijkheid hierbij is dat de emotionele reflex telkenmale sneller is dan de realiteitsgebonden reactie. Het kind zal hierbij telkenmale moeite moeten doen, totdat het nieuwe ervaren stilaan een automatisme geworden is. Zo kan het kind komen van een verdedigende of beschermende houding naar een meer betrokken en samenwerkende opstelling.


Samengevat :

Het eerste oude ervaren, voelen, denken, zich voorstellen van de ander en zichzelf en reageren in een situatie zal stilaan bewust door volgehouden inspanning vervangen dienen te worden door een tweede nieuw ervaren, voelen, denken, zich voorstellen van de ander en zichzelf en reageren.

Zo kan het kind stilaan van een weg van de situatie en kinderen waarmee te maken, komen tot een weg naar de situatie en de kinderen waarmee het omgaat.

Omwille van het emotioneel automatisme zal de omgeving en het kind er voldoende lang zelf aandacht aan moeten besteden ruimte te bieden aan het feitelijk realisme.

De situatie en de kinderen waarmee wordt omgegaan zullen moeten ontdaan worden van eigen minder gunstige associaties en hierdoor plaats bieden voor meer gunstige helpende verbindingen. Deconstructie kan alzo ruimte bieden voor nieuwe constructie.

 

Dit is geen gemakkelijke opgave voor het kind, dat uiteraard zijn gevoelens van onzekerheid, minder vertrouwen in andere kinderen en zelftwijfel mag hebben. Voor deze gevoelens moet zeker relationeel ook de nodige ruimte geboden worden.

 

Wil het kind evenwel niet nog meer slachtoffer worden van deze gevoelens, met het risico dat ze nog in omvang en intensiteit toenemen, dan heeft het nood aan positieve sociale bevestiging. Het kind kan de kansen hierop verhogen door te geloven dat de ervaren onzekerheid en het minder vertrouwen in anderen en zichzelf slechts tijdelijk zijn en dat ook zekerheid en vertrouwen voor hem of haar en in andere kinderen mogelijk moet zijn door hiervoor kansen te vinden.

 

Het kan bovendien vaak nog moeilijker zijn voor het kind als het echt ongunstige gevoelens en een echt afwerende opstelling bij andere kinderen ontmoet, die mogelijk door de eigen reactie nog worden aangezwengeld. Ook dan geldt dat wanneer het kind ongunstige gevoelens, gedachten en bedoelingen bij andere kinderen ontmoet, van hierin niet door te gaan en er geen verdere kansen voor te bieden. Maar van zelf een poging te doen dit te keren. De greep op deze situatie en reactie van de overige kinderen zal in zo een situatie minimaal zijn. Enkel door zelf stappen te zetten om de negatieve spiraal om te buigen door een tweede meer gunstige perceptie van waar in de toekomst naar toe te willen, ondanks het ervaren gebrek aan openheid en medewerking, kan uiteindelijk stilaan aansluiting bij andere kinderen gevonden worden en kan het stapsgewijze bij die kinderen een ander gevoel, denken, bedoeling en reactie naar hem of haar toe wakker maken.

 

Bron : www.opvoeding.be  Themanummer E-Magazine Ontwikkeling & Begeleiding

 

 

 

 

 

 

 

    

                                                                                                      

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Hoe een kind een situatie of gebeuren ervaart,

zal in sterke mate zijn reactie bepalen.